Dienen

Jezus stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had.
Joh. 13: 4-5

Als je denkt aan dienstbaarheid, wat zie je dan voor je? Dienen heeft niet te maken met positie of vaardigheid. Maar wel met je houding! Zonder twijfel zul je mensen ontmoet hebben in functies waarin verwacht word dat ze een dienende houding hebben, die er in de praktijk echter niet was. Je kunt al snel vaststellen wanneer iemand wel een dienend hart heeft en wanneer niet.

Leiders die ook dienaars willen zijn:

       1  Plaatsen andere mensen vóór hun eigen agenda.

       2  Nemen initiatief om te dienen.

       3  Hechten weinig waarde aan hun positie.

       4  Dienen vanuit oprechte liefde.

Dienende leiders zullen zich nooit laten verleiden tot zelfpromotie of manipulatie. Ze willen anderen dienen en niet zichzelf. Ze realiseren zich dat hun uiteindelijke invloed  afhangt van wat ze hebben mogen doen voor anderen.

Aanvullend: zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen (Matth 20:28).